Thierry Sabine ligt dubbel op zijn wolkje


“Het is pas een echte Dakar als er maar eentje aan de finish komt” waren de gevleugelde woorden van de, helaas verongelukte, geestelijk vader van de Dakar, Thierry Sabine. Nou, ze zijn dit jaar goed op weg. Afgelopen drie dagen hebben we maar amper 20 kilometer rechte en vlakke weg gehad. Alle proeven zijn stuk voor stuk sloop proeven voor mens en machine. Gisteren weer totaal 900 kilometer gereden, waarvan 530 km butsen en stuiteren. Om gek van te worden. Geen stukje recht om even op adem te komen. Nee, de gehele dag door elkaar geschud worden. We rijden op Safe naar de finish om in ieder geval onze Borgward over het podium te kunnen sturen. Immers hebben we in de eerste week zoveel straftijd gekregen dat we stijf achteraan in het klassement staan. Desondanks waren de klappen gisteren zo veelvuldig dat we grote delen van de body van de auto zijn kwijtgeraakt. We kwamen over de finish met een buggy. 


Onze geweldige monteurs hebben vannacht weer wonderwerk verricht door de auto weer toonbaar te krijgen, met de achterkant van Nicolas Fuchs erop. 


Vandaag dachten we in de ochtend een klein proefje van 124 km te doen km na een verbinding van ruim 300 km de voorlaatste 230 km richting Cordoba gedaan gaan worden. Echter de volledige 124 km waren duinzand met stukken Fesh Fesh. Dit allemaal met ribbels van een meter hoog, geeft al aan dat het weer afzien was en het tempo laag. In het begin van de proef hadden we de banden goed laag op spanning gezet omdat we wisten dat deze ondergrond zwaar zou worden. Echter na 20 kilometer gingen we eigenlijk best goed door enorm losse Fesh Fesh, toen er midden op onze pad een voorligger vast en stil stond. We gaven hem nog net een kusje maar zaten prompt volledig vast. Dit hele gebied was in No-Time bezaait met vast gereden auto’s wat meteen een helikopter boven ons brengt om al dit leed te filmen. Ook een grond crew met camera’s kwam al aanlopen om ons met gegraaf en rijplaten leggend iedere keer een metertje verder te kunnen wurmen. Ondertussen was ik zo slim om ff met mijn hand op de uitlaat te leunen waardoor ik met blaren in mijn handen zit. Na dik een half uur en paar litertjes vochtverlies bij 45 Gr hadden we de auto op het harde en konden we verder met de overige 100 km martelwerk. 

De lange tussenverbinding van ruim 300 km zetten we ieder onze koptelefoon met eigen muziek op en ik lees een E-boek op mijn telefoon, als ik niet aan mijn blog bezig ben. 

Het tweede deel werden we uiteindelijk niet veel vrolijker van, ondanks dat het een echte rallyproef was, precies iets voor Erik. Vanwege de lange verbinding was onze start al om 18.30 uur gepland dus we moesten als een dolle rijden om de 250 km proef voor het donker af te leggen. Immers onze Dakar auto heeft geen echt licht om in het donker te rijden. We gingen goed van start en binnen 20 km gingen de Bastion Boys al vlot aan de kant om ons langs te laten. De opmars ging verder en menig auto en buggy werd gepasseerd. Totdat we in het stof kwamen van een Kamaz truck. Hier was geen dichterbij komen aan en we moesten ons tempo terug brengen om  het stof te kunnen laten zakken. Kost ons een extra kwartier. De duisternis valt in en het tempo gaat er helemaal uit, vooral tussen de rotsen en ravijnen. Uiteindelijk pas rond 22.00 uur aan de finish en moeten ook nog 100 km naar bivak via een bergweg. We zitten er weer helemaal doorheen en kunnen vannacht maar weer een paar uurtjes slapen. Maar, morgen op naar het podium in Cordoba. 



Even een kleine uitleg over mijn cockpit, zie foto. Op het display met Borgward logo kunnen we alles over de auto uitlezen qua prestatie, temperatuur en data. Voor mij helemaal boven is een kleine Cap meter. Hier kan ik de caps (graden kompaskoers) aflezen welke we rijden. Erik heeft deze ook bij zijn stuur staan om te zien welke koers we rijden. Daaronder zitten twee tripmasters. Hiermee kunnen we de afstanden meten met boven totaal en onder de tussen afstanden. De tussenafstanden kan ik op nul zetten met een voetschakelaar. Handig. Minder handig zijn deze in de duinen of onverhard want ze meten op wiel omwenteling en hier spinnen de wielen steeds door. Daarvoor heb ik onder nog 2 gps-en. Deze zijn van de organisatie en hiermee worden onze waypoints gevalideerd. Maar hiermee kan ik ook afstanden bepalen als ik de tripmaster niet vertrouw. Gps is nauwkeuriger. Ook wordt met deze gps onze snelheid bepaald en gemonitord. Hij geeft onze maximale snelheid aan (soms 30kmh door dorpjes) en krijgen s avonds automatisch een boete uitgereikt als we ons hier niet aan houden. En nog tal van andere nuttige functies voor mij. Al deze apparatuur, in combinatie met het continu monitoren van mijn routeboek geeft meteen antwoord op de vele vragen die ik vaak krijg over hoe mooi de landen zijn waardoor we rijden?! Mensen, ik heb maar amper tijd om op te kijken tijdens een proef, laat staan de grote bosarend te spotten of de besneeuwde bergtoppen te tellen. Maar toch zijn het schitterende landen met prachtige natuurschatten. 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Flinke rol van de duinen maar toch een finish

De taak van Meesterknecht duur betaald